Web

Een kloosterervaring: ‘Onze business is bidden’

Vrij abrupt ging onze samenleving (en mijn leven) van sociaal en dicht op elkaar naar: thuisblijven, geen sociale contacten en dus gedwongen veel rust. Nu het leven enigszins weer op gang komt, denk ik ineens terug aan een bijzonder weekend in 2015. Ik besloot namelijk om een paar dagen in een klooster door te brengen. Als er ergens rust is, dan is het wel in een klooster. Ook al is zoveel rust niet aan mij besteed, het was een hele noemenswaardige ervaring. Een terugblik op dat bijzondere weekend in stilte.

Het is een bewuste keuze: een leven lang leven in een klooster. De rust vinden om je toe te wijden aan het geloof, om je open te stellen voor de godsdienst en te berusten in je taak. De zusters in het Clarissenklooster ‘De Bron’ in Nijmegen, hebben die keuze allemaal gemaakt. Ze hebben geen eigen bezit en leven celibatair. Na een periode van zes jaar ben je als zuster officieel ingetreden in het klooster. Dan ben je onderdeel van de gemeenschap. Het klooster waarin twaalf zusters wonen, ligt net buiten het centrum. De ene woont er nu vier jaar, de ander is al zeventig jaar zuster. Ik besloot een tijdje geleden dat ik een weekend mee wilde kijken in het kloosterleven. Nauwelijks praten, veel diensten in de kapel, maar vooral: rust. Dat leek me wel wat, aangezien ik niet echt de rust zelve ben. Dus ging ik in december twee dagen het klooster in.

Als gast kun je overnachten in het klooster en deelnemen aan alle activiteiten, diensten en vieringen. Ook eet je mee met de zusters, in stilte. Ontbijten in stilte, lunchen in stilte en dineren in stilte. Omdat eten niet meer is dan iets dat ook moet gebeuren. Een sociale aangelegenheid is het niet in het klooster. Af en toe een lachje of knikje, dat wel, maar verder is het gewoon eten en niks zeggen. Een hele omschakeling voor mij, want ik zie zeker het avondeten toch wel als een gezellig momentje om even bij te kletsen. Maargoed, dit weekend dus niet.

Gastenkamer
In de gastenkamer waar ik overnacht, staan een bed, een stoel, een tafel en een kast. Ook hangt er een wastafel en een spiegel. Ik mag zelf m’n bed opmaken en er liggen handdoeken klaar. De douche deel ik met de twaalf zusters, net als de wc’s. Dat is nog eens wat anders dan mijn semistudentenhuis..  Op het tafeltje ligt de dagindeling voor iedere dag van de week. Vier diensten per dag en om half vier ’s middags is het tijd voor de koffie. Dan mag er een kwartiertje gepraat worden! Daar verheugde ik me erg op.

De koffie (en praten!)
De eerste koffiepauze die ik meemaak, is die op de zaterdagmiddag. Ik was in de ochtend aangekomen en had al een kennismakingsgesprek gehad met één van de zusters. Zij leidde me ook rond in het klooster en zo stonden we even stil bij de kapel in het klooster. “Hier zijn we het grootste gedeelte van de dag”, vertelt ze. “Oh ja?”, zeg ik (Uiteraard zijn ze hier veel, ze hebben zich toegewijd aan God). “Ja, bidden is wel onze ‘business'”, lacht de zuster.

Om half vier ga ik naar de ‘huiskamer’ voor de koffie. De zusters zitten in een kringetje en er staat een televisie in de kamer. Daarop wordt alleen om acht uur ’s avonds het journaal gekeken en bij bijzondere gelegenheden gaat de televisie ook aan. Tijdens de koffie heb ik het met de zusters over de stilte daar. Ik zeg dat ik het zo knap vind dat ze zo rustig zijn. Eén van hen vertelt dan dat ze merkt dat sommige mensen juist onrustig worden van stil zijn. Nou, daar ben ik er dan één van. Ik ben nog druk aan het vragen stellen, als de zusters eigenlijk al willen opstaan om zich voor te bereiden op de dienst. Oh ja, daarom zijn ze hier natuurlijk ook..

De kapel
Vier keer per dag is er een viering of dienst in de kapel. Bij binnenkomst buigen of knielen de zusters naar het altaar en daarna gaan ze op hun plek staan of zitten. Er zijn twee rijen met banken: de voorste rij is voor de zusters, de achterste voor de gasten en geïnteresseerden die naar de diensten komen. In iedere dienst worden verschillende psalmen en andere liederen gezongen, vaak om en om door twee groepjes zusters die tegenover elkaar staan. Op zondagochtend is de eucharistieviering, waarbij er een voorganger van buitenaf de viering komt doen. In de dienst is ook ruimte voor grapjes.

De voorganger heeft het erover dat in het Kerstverhaal is beschreven dat de dagen voor Kerst koud zijn, maar kijkt dan naar buiten en zegt: “Ik hoop dat God ook iets van de klimaatverandering heeft meegekregen”. Iedereen schiet in de lach en dat maakt de sfeer heel ontspannen tijdens de dienst. Na afloop is er de gelegenheid om koffie te drinken en wederom mag er dan gepraat worden! Ook de zuster kletsen er rustig op los met bezoekers die voor de dienst kwamen. “We hebben ook een soort van sociale rol”, vertelt één van hen. “Mensen komen hier heel vaak ook gewoon om hun verhaal kwijt te kunnen. Ook gaan we weleens bij mensen thuis langs als dat uitkomt.”

De evangelielezing
Naast de vieringen en diensten is er op zaterdagmiddag nog een andere activiteit: de evangelielezing. Ik wil die ook graag bijwonen, ten eerste omdat ik geen idee had wat het was en ten tweede omdat ik alles wil meemaken daar. (En ten derde omdat ik dan even mocht praten). Tijdens de lezing zit een groepje van  zusters en mensen van buiten het klooster die geïnteresseerd zijn samen om een stukje uit de Bijbel te lezen. Omdat het nu bijna Kerst is, lezen ze het evangelie van Lucas, waarin de geboorte van het kindje Jezus wordt aangekondigd. Iedereen leest het stukje en geeft zijn of haar interpretatie aan het stuk. Zo wordt er besproken hoe het dan kan dat Maria zwanger werd zonder seks te hebben en daarover zijn de meningen dan ook verdeeld. Ik verbaas me erover dat er zo vrij wordt gesproken over de Bijbel.

De rust?
Tussen de diensten en het eten door, zit je dus op je kamer. Ik heb veel gelezen en geschreven, maar ik vond het wel echt even doorbijten soms. Ik bedacht me de hele tijd wat m’n vriendinnen aan het doen waren en wat ik nog verder had kunnen doen dat weekend. Tot ik me realiseerde dat ik hier voor mezelf zat en wilde ervaren hoe die rust is. Ik had van tevoren niet gedacht dat ik de rust zou hebben en dat bleek nu ook wel. Ik deed mee aan iedere dienst en at mee zonder te praten. Ik voelde me even onderdeel van de gemeenschap. Maar, ik was ook heel blij weer naar huis te gaan. Wel praten, m’n eigen vertrouwde bed en de vrijheid om te gaan en staan waar ik wil. Hoewel de zusters het helemaal niet slecht hebben (ze hebben ook vakantiedagen en mogen op bezoek bij familie), zou ik niet willen ruilen met het leven. Wél met de instelling die ze hebben, de berusting in het doel dat ze hebben in het leven. Daar kan ik jaloers op zijn en ik hoop dat ik dat punt ooit ook bereik.

Geef een reactie