Web

Motorgym, het knipperende benzinestreepje en de examens

Motor

De wind die langs je heen suist, de geur van pas gemaaid gras en het gevoel van vrijheid dat het compleet van je overneemt: motorrijden zet al mijn zintuigen op scherp en heeft een bevrijdend gevoel. Als jong meisje ging ik al regelmatig bij mijn vader achterop de motor. Naar de TT in Assen, fantastisch vond ik dat, met mijn stoere vader. Goed vasthouden, heel goed vasthouden op de snelweg. Die liefde voor motors is dus vroeg begonnen en het is uiteraard geen toeval dat mijn vriend ook motor rijdt. In de afgelopen jaren begon het steeds meer te kriebelen. Tijdens onze reis in Peru afgelopen december, hadden we het over wat we echt nog graag zouden wilden doen en daar kwam motorrijden toch weer naar boven bij mij. Ik had voor de vakantie al een proefles gedaan, dus na de Peru-reis ben ik (na enig sparen) begonnen met lessen.

Ik had een fijne rijschool gevonden met een instructrice, want het leek me fijn om van een vrouw les te krijgen. De eerste lessen zijn op een oefenterrein, een groot terrein dat omheind is door hekken, waarop pionnen uitgestald staan op verschillende plekken. Tussen de pionnen door slalommen, op tijd remmen, snelheid maken, achteruit inparkeren en achtjes maken met de motor, ter voorbereiding van het eerste examen het AVB (bijzondere verrichtingen).

Motorgym
En wanneer ik niet zo goed kon ontspannen (motorrijden was echt een denkactiviteit voor mij), mocht ik motorgymmen: Gaan staan op de motor, met één been over de hele lengte van de motor gaan liggen, zonder handen, alles om maar even los te worden. De rit naar het terrein toe die ging over een 50-weg, dus tijdens de eerste rijlessen waarin je oefent voor de AVB, had ik niet harder gereden dan vijftig kilometer per uur. Dat was dus nogal een overgang toen ik voor m’n AVB-examen naar Arnhem over de snelweg moest rijden, 100 (!) kilometer per uur. Gelukkig slaagde ik in een keer voor dat examen, ondanks de gruwelijke zenuwen waardoor ik even niet meer wist hoe ik de motor aankreeg.

Opgezwollen oog
Op de terugweg vergat ik m’n vizier helemaal goed dicht te doen, waardoor er een vlieg met 100 kilometer per uur tegen m’n gezicht aanvloog en ik vervolgens drie dagen met een opgezwollen oog rondliep. Echt leuk, motorrijden. Mijn theorie-examen had ik inmiddels ook gehaald, dus toen kon het echte werk beginnen: op de weg!  Op de motor voelt alles compleet anders dan wanneer je in de auto zit. Je voelt, ruikt en ziet veel meer en je bent je meer bewust van de gevaren, omdat je zelf minder zichtbaar bent en daarop moet anticiperen. De lessen op de weg waren best spannend. Ik rijd niet zoveel auto, dus ik was én bezig met die motor onder controle te houden en ook nog eens op het verkeer te letten. Je kunt je voorstellen dat het wat lesjes heeft gekost om dat allebei onder de knie te krijgen.

Ik was vergeten dat het tijd en energie kost om zoiets nieuws te leren. De ene week ging het heel goed, de volgende week heel slecht. Pas toen ik me erbij neer had gelegd dat ik niet heel snel alles ging halen, werd ik beter. Ik kwam los en durfde ook echt bochten goed te nemen. In februari vond mijn instructrice Mirian dat ik klaar voor het examen was. De laatste lessen had ik het steeds meer te pakken en ik werd zo enthousiast dat ik in de een-na-laatste les nog even een stukje alleen heb gereden.

Knipperend streepje
Ik raakte Mirian en de andere leerling namelijk aan het einde van de les kwijt, nadat ik de verkeerde afslag op de rotonde had genomen. Ik hoorde haar nog zeggen: ‘Simone, rechtsaf gaan’ (ik heb een oortje in zodat ze tegen mij kon praten). Dat deed ik dus ook, maar toen was ik helemaal de weg kwijt. Op zich nog niet zo erg, maar er knipperde ook een benzinestreepje vervaarlijk dus ik was bang dat ik zonder benzine zou komen te staan. Uiteindelijk ben ik bij een autobedrijf gestopt en heb ik daar gevraagd of ik even kon bellen. Drie mannen keken me bezorgd aan. Een van hen zei: “Oh, dat heb ik ook weleens gehad tijdens m’n rijles, zag ik m’n instructeur onder het viaduct doorrijden en ik reed erbovenop”. Ik belde naar Mirian en zei waar ik was en zij verzekerde me dat ik nog prima met 1 knipperend streepje benzine kon rijden. Erg gelukkig was ze niet met me: “Je bent me er eentje”, zei ze.

Stuurslot erop
In mijn licht paniekerige toestand zette ik de motor ook nog op stuurslot, waardoor ik weer Mirian moest bellen om te vragen hoe ik dat eraf kreeg. Een van de mannen bood aan om met mij mee terug te rijden naar de garagebox waar Mirian haar motors heeft staan. Dat leek me erg fijn, dus hups die man trok z’n motor tevoorschijn en reed voor mij uit. Eind goed, al goed. Mijn instructrice had geregeld dat haar moeder mij zou opwachten, want ze moest zelf natuurlijk weer lesgeven. Haar moeder was niet heel blij met me, maar ze moest toch ook een beetje lachen. Het kan gebeuren. Inderdaad.

Ritje maken
De dag van mijn AVD-examen (op de weg), was ik dus vooral bang dat ik per ongeluk de examinator kwijt zou raken onderweg. Gelukkig was het een vriendelijke man en stelde hij me op m’n gemak. (‘Zo, Simone, dan gaan we zo even een ritje maken met de motor, Simone’). Het ritje ging door landweggetjes waar ik nog nooit had gereden, een mooie route en de zon scheen ook nog. Na ruim veertig minuten mocht ik de motor weer bij het CBR parkeren en hoopte ik heel erg dat hij me zou laten slagen. Ik had wat borden over het hoofd gezien, maar ik had ook stukken heel goed gereden, dus al met al, was ik geslaagd. Wat een opluchting. Nu mag ik gewoon echt zelf rijden, touren met Jan en genieten van die ritjes zonder instructies in m’n oor.

Geef een reactie